Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want u aangaande, mensenkind, ziet, [70]zij [71]zouden [72]dikke touwen aan u leggen, en zij zouden u daarmede binden; daarom zult gij niet uitgaan [73]in het midden van hen. 70. De weggevoerde Joden, die in Tel-Abib aan de rivier Chebar woonden. Zie boven vs.15. 71. Te weten, indien gij tot hen uitgingt. Anders: zij zullen. Hebreeuws, zij hebben dikke touwen aan u gegeven, dat is, gelegd. Maar dat de verleden tijd, naar de profetische wijze van spreken, hier moet genomen zijn voor den toekomenden, is af te nemen uit de volgende woorden, die op den toekomenden tijd passen. 72. Te weten om u te verhinderen dat gij niet meer tegen hen en die van Jeruzalem zoudt profeteren. Sommigen verstaan dit bij gelijkenis van de moedwillige hardnekkigheid der Joden, die de predikatien van den profeet onvruchtbaar zou maken, ja doen ophouden. 73. Onder hen, gelijk boven vs.15.